Nokia 6600 slide - Geïmplanteerde medische apparatuur

background image

Geïmplanteerde medische apparatuur
Ter voorkoming van storingen van het apparaat raden

fabrikanten van medische apparaten aan minimaal 15,3

centimeter afstand te bewaren tussen een draadloos

apparaat en een geïmplanteerd medisch apparaat, zoals een

pacemaker of geïmplanteerde defibrillator. Personen met

dergelijke apparaten moeten met het volgende rekening

houden:

Houd het draadloze apparaat altijd op meer dan 15,3

centimeter afstand van het medische apparaat

wanneer het draadloze apparaat is ingeschakeld.

Het draadloze apparaat niet in een borstzak dragen.

Houd het draadloze apparaat tegen het oor aan de

andere kant van het lichaam dan de kant waar het

medische apparaat zit om de kans op een potentiële

storing te minimaliseren.

Schakel het draadloze apparaat onmiddellijk uit als er

enige reden is om te vermoeden dat er een storing

plaatsvindt.

Lees en volg de instructies van de fabrikant van het

geïmplanteerde medische apparaat.

Als u vragen hebt over het gebruik van het draadloze

apparaat wanneer u een geïmplanteerd medisch apparaat

hebt, neemt u contact op met uw zorginstelling.